Sinds oktober 2020 moeten automobilisten bij filevorming spontaan een open strook, de reddingsstrook, creëren om de hulpdiensten een vlotte doorgang te bieden. Bij sterk vertraagd verkeer kan de reddingsstrook al preventief gevormd worden. Een reddingsstrook moet gevormd worden op alle wegen met 2 rijstroken of meer per rijrichting.
- Autosnelwegen;
- Bepaalde gewestwegen met meerdere rijstroken per rijrichting;
- Ringwegen
Je vormt dus op voorhand een reddingsstrook, ook als er geen (hulp)diensten in de buurt zijn. Voertuigen op de linkerrijstrook rijden zoveel mogelijk naar links. Al de rest wijkt zoveel mogelijk uit naar de rechterkant. Blijf daarbij zoveel mogelijk binnen je eigen rijstrook, je mag geen gebruik maken van de pechstrook of een eventueel fietspad!
Motorrijders kunnen de reddingsstrook gebruiken om de file voorbij te rijden. Dit mag uiteraard enkel met een zeer matige snelheid, ze mogen maximum 20 km/h sneller dan de automobilisten rijden.
Als elke weggebruiker de reddingsstrook toepast wanneer het nodig is, zullen de (hulp)diensten veel sneller ter plaatse zijn. Hierdoor stijgen de overlevingskansen van mensen betrokken in een zwaar ongeval. Door de vlotte bereikbaarheid van een ongeval door de reddingsstrook, zal de rijweg sneller vrijgegeven worden en staat u dus minder lang in de file.
Als je deze regels voor het vormen van de reddingsstrook niet respecteert bega je een overtreding van de eerste graad en riskeer je een boete van 58 euro. Wanneer je geen voorrang verleent aan een prioritair voertuig als het met blauwe zwaailichten en sirene rijdt riskeer je een boete van 174 euro (derde graad).
Bron: Agentschap Wegen en Verkeer, Secunews.be
