De veiligheidsgordel is een van de eenvoudigste en goedkoopste middelen om de gevolgen van een verkeersongeval te beperken, tenminste als je hem correct vastmaakt. Maar hoe doe je dat nu precies en wie is er vrijgesteld van de gordeldracht?
Algemeen
Zorg dat je goed recht zit met je rug tegen de rugleuning van je autozetel. Trek vervolgens de gordel langs je lichaam zodat hij overal vlak zit en nergens gedraaid is. Maak hem tenslotte correct vast. Je moet een duidelijke klik horen!
Laat geen ruimte tussen je lichaam en de gordel en houd hem steeds strak. Er mag maximum slechts 1 cm speling zitten tussen de gordel en je lichaam, want bij een botsing moet je in de zetel gedrukt blijven. Draag dus in geen geval te dikke kledij in de auto.
Het diagonale deel
Stel de hoogte van de gordel juist in zodat het diagonale deel, het schoudergedeelte op de goede plaats over je schouder loopt, meer bepaald tussen je schouder en je sleutelbeen en niet te dicht bij je hals. Je mag dit diagonale deel van de gordel NOOIT achter je rug leggen en evenmin op of onder je arm laten rusten. Je schouders en heupen zijn immers de sterkste delen van je bovenlichaam. Dus alleen als de gordel hier correct op rust, kunnen je schouders en je heupen de schok bij een botsing goed opvangen.
Het horizontale deel
Het horizontale deel van de gordel of het bekkengedeelte moet onder je buik op je dijen of heupen rusten en tegen je bekkenbeenderen duwen, NIET tegen je buik.
Denk ook aan de hoofdsteun!
Stel je hoofdsteun correct in. Regel hem zo dat het midden ervan zich ter hoogte van je oren bevindt. Op die manier zal hij bij een botsing de achterwaartse beweging van je hoofd opvangen en verkleint hij sterk het risico op nekletsels, de zogenaamde “whiplash”.
De airbag en de gordel!
Airbags vervangen in geen geval de veiligheidsgordel en zijn dus absoluut geen excuus om hem niet te dragen. De airbag is slechts veilig en heeft alleen maar effect in combinatie met de veiligheidsgordel. Als je geen gordel draagt, kan een airbag zelfs ernstige verwondingen veroorzaken, want een airbag klapt door middel van een explosieven open met een snelheid van 200 à 300 km per uur. Ga dus niet te dicht bij je stuur zitten, zodat de airbag je bij het eventuele uitklappen niet kan verwonden.
Personen met een kleine gestalte
Bestuurders kleiner dan 1,50 meter zijn, in tegenstelling tot vroeger, ook verplicht om de gordel te dragen.
Personen met een kleine gestalte kunnen de zithoogte best aanpassen met verhogingskussens of een aangepaste stoel. Het is best mogelijk dat bestuurders met een kleine gestalte de originele pedalen niet meer kunnen gebruiken. Zij kunnen zich in dat geval tot het CARA wenden voor een aanpassing aan hun voertuig.
Zwangere vrouwen
Ook als je zwanger bent, ben je wettelijk verplicht om de veiligheidsgordel te dragen, want als je de gordel op de juiste manier vastmaakt dan bescherm je niet alleen jezelf maar ook je ongeboren kind.
Zorg ervoor dat het schoudergedeelte diagonaal van je schouder naar je tegenoverliggende heup loopt en boven je zwangere buik.
Het bekkengedeelte of horizontale deel van de gordel moet je op je heupen en dus onder je zwangere buik dragen, want dan vang je eventuele schokken op met je bekken en niet met je buik. Dat laatste kan uiteraard slecht zijn voor je ongeboren kindje.
Schakel in geen geval de airbag uit, want ook nu zorgt die in combinatie met de veiligheidsgordel zowel voor jou als je ongeboren baby voor bijkomende bescherming.
Ga bij een botsing altijd op controle bij je gynaecoloog.
Wie is er vrijgesteld van de gordeldracht?
Bestuurders die achteruit rijden. Het is een uitzondering die wordt toegestaan om jezelf bij het achteruit rijden gemakkelijker te kunnen draaien om zo door de achterruit te kunnen kijken. De vraag is of dat in een tijd van meer spiegels en camerasystemen op auto’s nog wel echt nodig is.
Bestuurders van taxi’s, maar uitsluitend als zij een klant vervoeren en dit omwille van veiligheidsredenen (bv. taxichauffeurs die tijdens het rijden door een klant lastig gevallen, overvallen zouden kunnen worden, …).
Personen die in het bezit zijn van een vrijstelling op grond van ernstige medische redenen, afgeleverd door de minister voor Verkeer.
Bestuurders en passagiers van prioritaire voertuigen, wanneer ze personen vervoeren die een potentiële bedreiging vormen of in de onmiddellijke omgeving van de plaats van een interventie.
Passagiers van prioritaire voertuigen wanneer ze een persoon verzorgen die wordt vervoerd (ambulanciers).
Postbeambten, maar alleen wanneer zij bij de postbedeling vaak en op korte afstanden moeten stoppen en terug vertrekken. Voor andere leveranciers geldt deze uitzondering echter niet. Zij moeten de gordel dus wel dragen!
Bron: Secunews
