Het is belangrijk om systematisch de banden van je auto na te kijken, zowel om de levensduur van je banden te verlengen en vooral om jouw veiligheid en die van anderen te vergroten. Hieronder volgen enkele nuttige tips.
Let op de algemene staat van je banden
Over scherpe voorwerpen rijden of bruusk een stoeprand raken kan een band beschadigen en er op termijn voor zorgen dat hij scheurt. Een regelmatige controle van banden en velgen en bij twijfel een nazicht bij uw garagist, zijn daarom erg verstandig.
Kijk ook steeds na of alle ventieldopjes aanwezig zijn. Zij zorgen mee voor de algemene luchtdichtheid van je banden en weren vooral het vuil uit het ventiel.
Controleer regelmatig de bandendruk
Respecteer de druk die aangegeven wordt door de autoconstructeurs. Die is immers aangepast aan jouw auto en beantwoordt het best aan de verhouding veiligheid/prestaties: efficiënt weggedrag, gelijkmatige slijtage, minder verbruik. Dat zorgt voor de beste prestaties van je banden én voor veiligheid. De juiste bandenspanning vind je in het instructieboekje van je auto, in de benzineklep of in de deurstijl aan de bestuurderskant.
Controleer de bandenspanning minstens één keer per maand. De bandenspanning moet je altijd koud controleren. Dat betekent dat er minstens twee uur helemaal niet of slechts kort met je wagen gereden is (zeker niet meer dan 3 km tegen lage snelheid). Voor de voor- en achterbanden wordt vaak een verschillende druk aanbevolen. Denk ook aan de reserveband.
Let tenslotte nog op het volgende:
- Rij nooit met banden die niet hard genoeg zijn opgepompt. Als je met een te lage bandenspanning rijdt dan kan er oververhitting van je banden optreden, de rolweerstand neemt toe en het resulteert ook in voortijdige slijtage van en schade aan je banden. Ook in de winter is het afgeraden om de druk te verlagen. Het zorgt in geen geval voor een beter weggedrag op sneeuw of ijs.
- Rij ook niet met een te hoge bandenspanning want dan verkort de levensduur en vermindert de grip. Het is wel aangeraden om de druk met maximum 10% of ongeveer 200g te verhogen als je met een geladen wagen een lange rit gaat maken.
Controleer de profieldiepte van je banden
De diepte van de hoofdgroeven van een nieuwe band bedraagt ongeveer 8 mm en de wettelijke minimum profieldiepte is 1,6 mm. Maar een profieldiepte van 3 mm of minder zorgt al voor een minder veilige wegligging op een nat wegdek waardoor het risico op aquaplaning erg reëel wordt.
De wettelijke minimum profieldiepte van 1,6 mm is te controleren aan de hand van kleine verhogingen (bobbeltjes) onderaan in het profiel van de band. Deze slijtage-indicatoren bevinden zich op verschillende plaatsen in de hoofdgroeven en worden op de zijkant van de band voorgesteld door de afkorting TWI (Tyre Wear Indicator) of door een klein driehoekje.
Als het profiel van je banden tot op deze slijtage-indicator versleten is dan is de wettelijke minimum limiet bereikt en moet je de band dringend vervangen. Anders komt de veiligheid van jezelf en anderen in het gedrang en bovendien riskeer je een boete. Eigenlijk kan je zomerbanden best al vervangen als de profieldiepte 2mm bedraagt. Voor winterbanden doe je dat zodra de profieldiepte kleiner is dan 4mm.
Vergeet ten slotte niet dat het rubber met de tijd zijn eigenschappen verliest, verhardt en zeer gemakkelijk kan ontbinden. Het is aangeraden om banden ouder dan vijf jaar jaarlijks te laten nakijken en om banden ouder dan tien jaar sowieso te vervangen, ook al heb je er weinig mee gereden, zie je aan de buitenkant geen schade en hebben ze de wettelijke minimum limiet nog niet bereikt.
Bron: Secunews
