Hoe reageer je als fietser bij hindernissen?

Onderbroken fietspaden, tramsporen of een fout geparkeerd voertuig, allemaal gevaarlijke situaties voor fietsers die zo het fietspad moeten verlaten of moeten afwijken van hun traject op de rijbaan. Enkele praktische tips.



Een valpartij of een ongeval vermijden

  • Rijd zelfverzekerd, let altijd goed op en kijk ver voor je uit zodat je niet verrast wordt door een hindernis, een goot of grind op je pad.

     
  • Als je een risico of een hindernis opmerkt, anticipeer dan: vertraag en neem de juiste beslissing: stoppen, doorrijden of naar links of rechts uitwijken.

     
  • Wanneer je op kasseien of een slechte ondergrond rijdt, houd dan je armen soepel, de ellebogen uit elkaar en blijf niet op je zadel zitten om je fiets dan de mogelijkheid te geven te stuiteren zonder dat dit je ongemak bezorgt.

     
  • Moet je van je oorspronkelijke traject op het fietspad afwijken, maak dan je intentie duidelijk en wijk bij voorkeur uit naar de kant van de huizen of de berm (dus weg van de rijbaan).

     
  • Als je door een ontbrekend of beschadigd stuk fietspad op de rijbaan moet gaan rijden, kijk dan eerst achterom of je veilig kan uitwijken.

     
  • Vermijd bij regen door plassen of over bladeren, metalen oppervlakken (putdeksels) en geverfde oppervlakken op de weg te rijden.

     
  • Wees extra voorzichtig op een rijbaan met tramsporen. De kans op een valpartij is dan immers extra groot, bijvoorbeeld wanneer je met je wiel in het spoor terechtkomt, doordat ze spekglad zijn door de regen of er kruisende tramsporen op je pad liggen.



Denk er ook aan dat

  • Wanneer je het fietspad verlaat, laat dan eerst eventuele andere weggebruikers passeren.

     
  • Zodra het fietspad weer bereikbaar en berijdbaar is, moet je hier weer gaan rijden.

     
  • Let op: je moet een tram altijd voorrang geven, behalve als hij voor een rood licht staat of als een bevoegde persoon het anders aangeeft.

     
  • Wanneer een bus of tram links naast je tot stilstand komt, moet je vertragen en indien nodig stoppen zodat de passagiers kunnen in- of uitstappen.

     
  • Als er op een rotonde een fietspad is, moet je dat gebruiken. Als er buiten de rotonde een fietspad is, geef dan bij elke kruising voorrang aan voertuigen die de rotonde verlaten. Als er geen fietspad is rijd je best op de rechterrijstrook en houd rekening met voertuigen links van je die de rotonde willen verlaten: ook al heb je voorrang als je op de rotonde blijft, rem toch af en geef voorrang om te voorkomen dat je wordt aangereden.

Bron: Secunews.be

Je vraag blijft onbeantwoord? Contacteer Lokale Politie Gent via het contactformulier of telefonisch via 09 266 61 11.