Tips voor hoverboards en andere voortbewegingstoestellen

Eenwielers, hoverboards, segways en elektrische steps zijn helemaal in. Ze zijn echter niet makkelijk in gebruik, je leert de toestellen daarom best goed kennen voor je ermee de openbare weg optrekt. Er zijn maar weinig gebruikers die het weten, maar een elektrisch voortbewegingstoestel valt wettelijk gezien onder de categorie gemotoriseerde voertuigen. Ze moeten dus correct verzekerd zijn. Dat wil zeggen dat je een BA-verzekering moet hebben die de aansprakelijkheid voor schade aan derden dekt. Het BIVV stelde een lijst met 10 tips samen voor gebruikers.

  • Kies voor een product met een CE-markering met een garantie van twee jaar (verplicht in Europa).
  • Voor uw veiligheid, respecteer de snelheidslimiet van 18 km/u.
  • Draag bescherming, zeker in het begin.
  • Oefen met uw toestel op een plaats waar er geen verkeer is en liefst met een begeleider.
  • Twijfel niet om een opleiding te volgen om de basis te leren, zeker met een eenwieler.
  • Laat kinderen onder de 10 jaar geen voortbewegingstoestel gebruiken zonder begeleiding, tenzij het om toestellen gaat die specifiek voor hen ontworpen werden.
  • Respecteer het minimum en maximumgewicht voor de gebruiker.
  • Draag 's nachts een fluohesje en zorg voor een witte lamp vooraan en een rode achteraan, vooral wanneer het toestel zelf niet voldoende verlichting heeft.
  • Rijd niet op het voetpad wanneer u sneller gaat dan stapvoets. Wanneer u wel op het voetpad rijdt, blijf dan hoffelijk ten opzichte van de voetgangers.
  • Oneffenheden op de weg kunnen gevaarlijk zijn. Vermijd verrassingen en wees extra voorzichtig, vooral op onbekend terrein.

Wat zegt de wet?

Artikel 2.15.2 van de wegcode definieert een "voortbewegingstoestel" als volgt:

1° ofwel een "niet-gemotoriseerd voortbewegingstoestel", dit wil zeggen elk voertuig dat niet beantwoordt aan de definitie van rijwiel, dat door de gebruiker of de gebruikers door middel van spierkracht wordt voortbewogen en niet met een motor is uitgerust.

2° ofwel een "gemotoriseerd voortbewegingstoestel", dit wil zeggen elk motorvoertuig met één of meer wielen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van 18 km per uur. Wat betreft de toepassing van de wegcode, worden de gemotoriseerde voortbewegingstoestellen niet gelijkgesteld met motorvoertuigen. Een niet bereden voortbewegingstoestel wordt niet als voertuig beschouwd.

Waar mag ik rijden?

Om te weten op welk deel van de weg je deze toestellen moet gebruiken, is het van belang om hun voortbewegingssnelheid te kennen. Wanneer je je niet sneller verplaatst dan aan wandeltempo (6 km/u), dan word je beschouwd als een voetganger en moet je de regels volgen die gelden voor voetgangers.

Rij je sneller dan wandeltempo, dan moet je de regels volgen die gelden voor fietsers en dus het fietspad gebruiken (aan een maximale snelheid van 18 km/u).

Waar er geen fietspad is, mag er op de bermen en de parkeerstrook gereden worden of op de rijweg zelf - uiteraard aan de rechterkant.

Op het voetpad mag je enkel rijden als er geen fietspad is en alleen buiten de bebouwde kom. Je moet in dat geval aan de rechterkant rijden (en dus niet op het voetpad links ten opzichte van het verkeer) en voorrang geven aan voetgangers.

De problemen ontstaan natuurlijk uit het feit dat bepaalde van deze toestellen (de Segway en de Solowheel) topsnelheden hebben die boven 18 km/u liggen, wat hen buiten het toepassingsveld van de voortbewegingstoestellen plaatst. Zij komen dan in de categorie van de bromfietsen terecht, waar de regelgeving een stuk strikter is.