Drone-wetgeving: licentie en bewijs van bevoegdheid voor de piloot

Wanneer heeft u een licentie of een bewijs van bevoegdheid nodig om een drone te besturen? Het Koninklijk Besluit van 10 april 2016 bepaalt de voorwaarden die moeten vervuld worden voor het bezit van een drone volgens de karakteristieken en het gebruik. Via volgende link vindt u de vliegbewijzen die u moet hebben om ze te mogen besturen.

Verplicht bewijs van bevoegdheid voor "klasse 2" met een laag risico



De klasse 2 omvat alle drones (RPA) voor recreatief gebruik (luchtfotografie, opmeten van terreinen, etc.) met een maximale massa bij het opstijgen van 5 kg, met een laag risico voor de luchtveiligheid of voor personen en goederen op de grond. Om het bewijs van bevoegdheid te verkrijgen, moet de piloot:

  • ten minste 16 jaar zijn;
  • een theoretische opleiding volgen over luchtvaartreglementering, meteorologie, algemene kennis van de technologie van het luchtvaartuig, navigatie en bescherming van de privacy.

Na het praktisch examen bij een erkend organisme*, levert de examinator een bewijs van bevoegdheid af waarin staat vermeld dat de voorwaarden tot afleveren werden vervuld door de piloot, dat hij de nodige praktische kennis heeft verworven en dat hij zich ertoe verbindt om de voorwaarden van het Koninklijke Besluit na te leven.





Licentie voor de piloot: wat is het verschil met het bewijs van bevoegdheid?



Het gewicht van het RPA, de vlieghoogte en het risiconiveau dat daaruit voortvloeit, bepalen of de piloot een bewijs van bevoegdheid of een licentie nodig heeft. Dit laatste laat inderdaad toe dat men vluchten met een gemiddeld of hoog risico kan uitvoeren (het overvliegen van personen, van wegen, etc.). Dit geldt zowel voor klassen 1 als 2.

De voorwaarden voor het behalen van een licentie zijn:

  • ten minste 18 jaar oud zijn;
  • beschikken over een luchtvaartkundig medisch attest (ten minste van de klasse LAPL) voorafgaand aan de praktische opleiding;
  • een theoretische en praktische opleiding hebben gevolgd bij een erkend instructeur of een erkend opleidingsorganisme*.

Het theoretische examen bij de DGLV gaat over luchtvaartreglementering, meteorologie, communicatie en de menselijke mogelijkheden en beperkingen. De kennis van de overige opleidingsonderdelen die werden gegeven in het kader van het afleveren van een bewijs van bevoegdheid (technologie van het luchtvaartuig, navigatie en bescherming van de privacy), worden getest bij het praktisch examen.



Of hij nu beschikt over een bewijs of een licentie, de kandidaat moet steeds een vluchtboekje bijhouden dat zijn examinator de mogelijkheid geeft om zijn ervaring met drones te peilen. Dit boekje bevat onder andere de data van alle vluchten, de zones en de uren van opstijgen en landen, de duur van de vlucht, het type van activiteit, etc. (art. 16).

Je vraag blijft onbeantwoord? Contacteer Lokale Politie Ronse via het contactformulier of telefonisch via 055 33 70 33.