Veilig terug naar school

Een basiskennis van de verkeersregels is onontbeerlijk voor een veilige tocht. Zowel voor kleine als voor grote fietsers. Wat moet je kind zeker kennen?

• De betekenis van de belangrijkste verkeersborden (verboden doorgang, stopbord, voorrangsbord, verplicht fietspad, …).
• De algemene regel ‘voorrang van rechts’.
• Het gebruik van het fietspad. Is er geen fietspad? Dan mag je rechts op de baan fietsen, maar met voldoende afstand tot geparkeerde auto’s. Je weet maar nooit dat iemand plots zijn deur openzwaait!
• Het gebruik van een fietsopstelvak, een speciale voorsorteerstrook aan de stoplichten waar fietsers voor de rij auto’s kunnen gaan staan.

Overloop het traject

Fietsen is gemakkelijk. Al fietsend op het verkeer letten en gevaarlijke situaties inschatten, dat is al wat moeilijker. Doe voor de school begint met je kind een paar keer het traject van huis naar school zodat het weet wat het mag verwachten.

• Stippel samen de beste route naar school uit. Kies altijd voor de veiligste weg. De schoolverzekering dekt ‘het normale traject’ tussen thuis en de school. Dat hoeft dus niet de kortste weg te zijn!

• Sta onderweg stil bij gevaarlijke punten en situaties zoals kruispunten, uitritten van garages, … en toon je kind waar het op moet letten.
• Overloop het traject in de twee richtingen. Op de terugweg kunnen andere gevaren zijn dan op de heenweg.

• Meet hoe lang jullie erover doen. Zo weet je hoe vroeg je moet vertrekken. Zorg voor ruimte in het tijdschema. Een gehaast kind heeft geen oog meer voor zijn omgeving en wordt onvoorzichtig. Zorg ervoor dat je kind thuis op tijd vertrekt zodat het zich rustig in het verkeer kan begeven.

Enkele belangrijke tips

Algemeen

• Een kind kan pas zelfstandig naar school stappen of fietsen als het ingewikkelde verkeerssituaties begrijpt. Zolang dat niet het geval is, heeft je kind begeleiding nodig. Te voet is dat meestal tot 8 jaar en met de fiets tot 10 jaar. Al kunnen sommige kinderen er ook wat langer over doen.
• Wacht je oogappels nooit op aan de overkant van de straat. Zo voorkom je dat ze je zonder uitkijken tegemoet rennen.
• ‘Zien’ is niet hetzelfde als ‘gezien worden’. Gebruik hulpmiddelen (fluohesje, gekleurde jas, reflecterende strepen, …) om je kind zichtbaarder te maken in het verkeer.
• Kinderen die in groep naar school gaan zijn druk bezig met elkaar en hebben minder oog voor het verkeer. Ze voelen zich beschermd door de groep en hebben het idee dat anderen de weg wel in de gaten zullen houden. Leer je kind daarom om altijd zélf goed op te letten in het verkeer.
• Te voet, met de fiets of met de wagen? Wie zich in het verkeer begeeft steekt zijn gsm weg!

Op de fiets

• Leer je kind communiceren met de bestuurders: de arm uitsteken voor het afslaan, oogcontact zoeken om er zeker van te zijn dat de bestuurder rekening met je houdt, …
• Zorg voor een goede uitrusting (helm, fluo, …) en vermijd hinderlijke of zware rugzakken.
• Let goed op de dode hoek van bussen en vrachtwagens. Houd zeker 3 meter afstand. De chauffeur kan je niet zien als je naast de vrachtwagen staat!
• Kijk regelmatig de fiets na en check of alles nog goed werkt: remmen, bel, banden, ketting, reflectoren en lichten, …
• Kinderen tot en met 10 jaar mogen op de stoep fietsen, ook al is er een fietspad. Ze moeten natuurlijk wel uitkijken voor de voetgangers op de stoep.

Te voet

• Steek over aan een zebrapad. Als er geen is, kies dan een plek waar je een goed zicht hebt op de straat. Steek recht over.
• Stop en kijk eerst goed of er geen verkeer komt.
• Loop altijd op het voetpad. Is er geen, loop dan in de berm. Moet je toch op de rijbaan lopen, doe het dan links van de weg. Zo heb je een goed zicht op het tegemoetkomende verkeer.

Met de auto

• Iedereen klikt zich vast! Ook als het maar een korte rit is.
• De reacties van kinderen zijn onvoorspelbaar. Wees dus alert als je een kind op straat ziet.
• Rij niet sneller dan 30 km/u in de omgeving van de school.
• Laat je kind uitstappen aan de kant van het voetpad.
• Fout geparkeerde wagens brengen kinderen in gevaar. Ze belemmeren het zicht bij het oversteken en dwingen fietsers en voetgangers vaak om uit te wijken naar de rijbaan waar ze meer gevaar lopen. Zet je dus liever even verderop en loop dat eindje met je kind mee.