Parket Limburg, Limburgse politiezones en Limburgse ziekenhuizen ondertekenen akkoord om efficiënter samen te werken

Op vrijdag 26 april, om 9 uur verzamelden vertegenwoordigers van de Limburgse politiezones, de Limburgse ziekenhuizen en het Parket Limburg in de ambtswoning van gouverneur Herman Reynders. Ze ondertekenden een protocol dat hun onderlinge samenwerking moet verbeteren. De noodzaak aan zo'n akkoord drong zich onder meer op sinds de invoering van de nieuwe Europese privacywetgeving in mei 2018. Dat, in combinatie met het bestaande wettelijk kader, zorgen er in de praktijk immers voor dat er vaak geen operationeel antwoord is op probleemsituaties die zich voordoen tussen een spoeddienst en de politie inzake de uitwisseling van patiëntgebonden informatie. Aan de hand van een aantal afspraken, wordt gemikt op maximale efficiëntie en effectiviteit langs beide kanten.

De Limburgse Orde der Artsen gaf een positief advies.

Handschudden - samenwerking

De drie partijen maken o.a. afspraken over:

1) het medisch attest

Politiediensten hebben soms een medisch attest nodig in het kader van een politieonderzoek. Omdat artsen zich moeten houden aan hun beroepsgeheim kunnen ze deze informatie vaak niet aanreiken. Om dit spanningsveld te ontmijnen kan een arts voortaan, onder zeer strikte voorwaarden, een 'specifiek medisch attest' bezorgen, waarin enkel de elementen die nodig zijn voor het onderzoek, vermeld worden: zoals bv. duur werkonbekwaamheid, ernstgraad. De toestemming van de patiënt of zijn wettelijk vertegenwoordiger is steeds nodig, op enkele uitzonderingen na.

2) het medisch verslag

Naast het specifiek medisch attest, kan de spoedarts een ruimer medisch verslag opmaken. Dit wordt enkel aan de patiënt zelf of zijn vertegenwoordiger bezorgd. Zij kunnen dan beslissen of ze het aan de politie willen overhandigen. Indien het specifiek gaat over intra-familiaal geweld:

-bij meerderjarige slachtoffers:

in dit geval zal het ziekenhuis de patiënt duidelijk informeren over het bestaan van dit medisch verslag, zodat hij dit (indien hij dit wenst) kan overmaken aan de politie.

-bij minderjarige slachtoffers:

in dit geval heeft de arts een wettelijke toelating op grond van artikel 458 bis SW om zijn beroepsgeheim te doorbreken:

als er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de fysieke of psychische integriteit van de minderjarige en hij deze niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen;

als andere minderjarigen dreigen slachtoffer te worden en zij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kunnen beschermen.

3) de procedure bij opsporing van vermiste personen

Indien de officier van de gerechtelijke politie bepaalt dat het om een onrustwekkende verdwijning gaat, zal hij alle ziekenhuizen contacteren. De spoedarts zal de medewerking verlenen om de opsporing stop te laten zeten, wanneer de vermiste persoon werd opgenomen in het ziekenhuis.

4) Voorrang verlenen op spoedgevallen

Afhankelijk van de urgentiegraad van andere patiënten die aanwezig zijn op spoed, zal de spoedarts zo mogelijk voorrang verlenen aan de patiënt onder politiebegeleiding en aan een politieagent indien deze gekwetst raakte.

5) Geweld tegen spoedgevallendiensten

Indien de patiënt die onder politiebegeleiding wordt binnen gebracht gezien wordt als een potentieel gevaar voor andere aanwezigen op spoed, blijft de politie aanwezig in de onmiddellijke omgeving. Dit kan ook gevraagd worden door de spoedarts;

Bij oproepen aan 101 -in geval van dreigende fysieke agressie op spoed- zal de politie hieraan de hoogste prioriteit geven.

Dit protocol zal regelmatig door de betrokken partijen geëvalueerd en bijgestuurd worden.