Hou jij je stuur juist vast?

Wie al jaren met de auto rijdt, schenkt wellicht geen aandacht meer aan de positie van de handen op het stuur. Het is nochtans cruciaal als men een ongeval wil vermijden. Een slechte stuurhouding kan je immers beletten om de wagen de juiste richting te geven in een scherpe bocht, een onverwachte hindernis te ontwijken of bij te sturen bij het slippen op een glad wegdek.

Hou jij je stuur juist vast?

  • Hou het stuur altijd met twee handen vast in de houding 'kwart voor drie', zoals de wijzers van een uurwerk (zie foto). Hierdoor kan je met de meeste kracht en precisie sturen.
  • Bij het draaien, draai je het stuur in de nieuwe positie. Om bv. naar links te draaien, neemt de hand aan de binnenkant van de bocht (de linkerhand) het stuur bovenaan vast en draait het in één keer naar beneden, terwijl de rechterhand op zijn plaats blijft, maar het stuur gecontroleerd laat glijden om het vervolgens terug vast te nemen wanneer het draaien gedaan is.
  • In de bocht bevinden de beide handen zich weer op hun beginpositie. Om de bocht te verlaten, gaat de hand aan de buitenkant van de bocht naar de top van het stuur en zet het vervolgens weer recht. Afhankelijk van de curve van de bocht zal je meerdere keren achtereenvolgens de bovenkant van het stuur moeten vastnemen en naar beneden laten komen.
  • De handen bevinden zich op het stuur, de duimen naar boven gericht, nooit naar de binnenkant.
  • Begeleid het stuur altijd in zijn beweging, laat het nooit alleen terugkomen naar zijn beginpositie.
  • Vermijd om met één hand te sturen of om bij het draaien de binnenkant van het stuur vast te pakken met de palm van de hand naar boven gedraaid. Je loopt zo het risico om de wagen in een bocht of bij een uitwijkmanoeuvre niet meer terug recht te krijgen.
  • Zit niet krampachtig achter het stuur: blijf ontspannen.