Voertuig in panne op een gewone weg, wat nu?

Als u op een gewone weg rijdt, met andere woorden buiten de autosnelwegen en de autowegen (snelle wegen aangeduid door het bord F9, wit vooraanzicht van een auto op een blauwe achtergrond), en uw wagen valt plots in panne … Welke zijn de juiste reacties, als u weet dat u elk risico op een ongeval moet vermijden en het verkeer niet mag belemmeren?



Het voertuig opstellen en signaleren

Als het niet mogelijk is om een plaats te bereiken waar het parkeren toegelaten is, probeer dan het voertuig op een veilige plek te zetten, zodat de veiligheid en vlotheid van het verkeer verzekerd blijven. De omstandigheden zullen niet altijd toelaten om een optimale oplossing te vinden, vandaar het belang om de andere weggebruikers op een doeltreffende manier te verwittigen van de onvoorziene hindernis.

Hoe een defect voertuig signaleren op een plek waar het parkeren niet toegelaten is?



• Plaats uw gevarendriehoek duidelijk zichtbaar op minstens 30 meter voor het voertuig. Let op, de driehoek moet voor de naderende bestuurders zichtbaar zijn van op een afstand van ongeveer 50 meter.



• Gebruik natuurlijk uw gezond verstand en plaats uw gevarendriehoek bijvoorbeeld voor en niet in een bocht. Binnen de bebouwde kom, op plaatsen waar de afstand van 30 meter niet kan in acht genomen worden, mag de gevarendriehoek om beter zichtbaar te zijn, op een kleinere afstand en eventueel op het voertuig geplaatst worden.



• Alhoewel de wet het slechts verplicht op autosnelwegen en op autowegen, aarzel toch niet om in geval van panne op een gewone weg uw fluo hesje aan te trekken, zeker in de herfst of winter.



• U mag bovendien gelijktijdig alle richtingsaanwijzers van uw voertuig aanzetten, in het bijzonder 's nachts of bij beperkte zichtbaarheid.



• Zet 's nachts of wanneer de zichtbaarheid kleiner is dan 200 meter en bij afwezigheid van openbare verlichting, uw standlichten op. Wanneer de openbare verlichting niet toelaat het voertuig van op ongeveer 100 meter duidelijk te zien, zijn deze lichten zelfs verplicht.



Het voertuig verplaatsen



Het is uw verantwoordelijkheid om uw voertuig zo snel mogelijk te verplaatsen indien dit op een plek geïmmobiliseerd staat waar het parkeren verboden is. Indien u niet in staat bent om uw voertuig binnen een redelijke termijn te verplaatsen, dan mag een bevoegd persoon ambtshalve voor de verplaatsing ervan zorgen (takeldienst laten tussenkomen).



Om uw voertuig te verplaatsen, zijn er twee mogelijkheden:



• Ofwel doet u een beroep doen op een takeldienst, dat is de meest zekere oplossing.



• Ofwel vraagt u aan een andere automobilist om u met een noodkoppeling verder te trekken. Alhoewel het toegelaten is, houdt het slepen door een particulier risico' s in en mag het slechts uitgevoerd worden met inachtneming van welbepaalde voorwaarden.

Bron: Secunews

Je vraag blijft onbeantwoord? Contacteer ons via het contactformulier of telefonisch via 09 266 61 11.