Inbrekers houden van donkere wintermaanden

Het wordt steeds vroeger donker en de dagen korten snel in. Inbrekers vinden dit de max want dat geeft hen steeds meer tijd om in de duisternis hun streken uit te halen. De vrije dagen en de vakantieperiodes in november en december vormen een extra risicoperiode voor inbraken omdat sommige bewoners langere tijd afwezig zijn.

Preventietips

Een aantal eenvoudige preventieve tips kunnen je helpen om woninginbraken te voorkomen. Een overzicht van preventietips vind je hier.

Maar dé gouden preventietip bij uitstek is 'meld verdachte handelingen meteen'.

Sociale controle

Sociale controle is een belangrijk - misschien wel het belangrijkste - instrument in de strijd tegen woninginbraken. Handelingen en gedragingen die je verdacht voorkomen, meld je best onmiddellijk. Ook al heb je geen concrete aanwijzingen dat het om een misdrijf gaat - als je het zaakje niet vertrouwt, verwittig je best meteen de politie. Elke ernstige melding wordt onderzocht. De politie gaat de gedragingen na, komt indien nodig ter plaatse en tracht een eventueel misdrijf te stoppen of te voorkomen. Het zou niet de eerste keer zijn dat een woninginbraak door de waakzaamheid van een burger kan verijdeld worden.

Verdacht gedrag

Een inbreker herken je niet aan zijn uiterlijk of voorkomen, maar wel aan zijn gedrag. Een paar voorbeelden:

  • Een onbekende gluurt bij huizen naar binnen.
  • Een onbekende belt aan en voelt aan deuren of ramen.
  • Een onbekende loopt om een huis heen.
  • Een onbekende duikt weg als er andere mensen in de buurt zijn.
  • Een onbekende klimt over een schutting.
  • Een onbekend voertuig met een onbekende inzittende staat al enige tijd stil in je straat.
  • Een leurder stelt vreemde vragen.
  • Een verhuiswagen staat bij de buren die op vakantie zijn.

Het is eigenlijk simpel: als de situatie ongewoon is en je vertrouwt het niet, bel dan altijd onmiddellijk 101. Volg dus je buikgevoel en je gezond verstand.

Melding

Geef tijdens de melding zo veel mogelijk nuttige info mee aan de 101-operator:

  • De juiste plaats en feiten zoals aantal personen, vluchtrichting, enz.
  • Opvallende kenmerken van de onbekenden zoals geslacht, lichaamsbouw, kledij, kapsel, schoenen, taal, enz.
  • Beschrijving van het voertuig zoals merk, type, kleur, nummerplaat, enz.

Zo kan het interventieteam vlug en gericht actie ondernemen.